Juno is de koningin van de hemel, net zoals haar man Jupiter de koning is. Daarboven is ze ook de godin van het licht. Het karakter van de godin zou steeds kalm en waardig zijn.
Dat zelfs een oppergodin als Juno van oorsprong geen Romeinse god was toont volgende legende aan:
Circa 400 voor Christus stonden de Romeinen op het punt om de Etruskische stad Veii in te nemen. Net voor het leger de aanval opende riep de commandant de goden aan:
"Koningin Juno die in Veii woont ik smeek u , ga na onze overwinning mee naar onze stad. Die zal ook van u zijn, we zullen u ontvangen in een tempel die past bij uw verheven grootheid."
Na het plunderen van de bezittingen van de inwoners van Veii maakten de Romeinen zich klaar om ook de bezittingen van de goden en de goden zelf mee te nemen. Niet als rovers maar als vereerders. Jonge mannen uit het leger wasten zich en trokken een wit kleed aan. Vervolgens gingen ze vol eerbied de tempel binnen. Eigenlijk durfden ze het beeld niet aanraken omdat enkel een Etruskische priester dat mocht doen. Toen vroeg een van hen "Juno, wil u met ons mee naar Rome?" Waarop alle anderen riepen dat de godin ja knikte. Ze namen haar zonder moeite mee en ze bouwden voor haar een tempel op de Aventijnheuvel. (vrij naar Titius Livius, sinds de stichting van de stad , 1ste eeuw V.c)
Naast haar Etruskische oorsprong had ze ook nog een Griekse tegenhanger, Hera.
Dat zelfs een oppergodin als Juno van oorsprong geen Romeinse god was toont volgende legende aan:
Circa 400 voor Christus stonden de Romeinen op het punt om de Etruskische stad Veii in te nemen. Net voor het leger de aanval opende riep de commandant de goden aan:
"Koningin Juno die in Veii woont ik smeek u , ga na onze overwinning mee naar onze stad. Die zal ook van u zijn, we zullen u ontvangen in een tempel die past bij uw verheven grootheid."
Na het plunderen van de bezittingen van de inwoners van Veii maakten de Romeinen zich klaar om ook de bezittingen van de goden en de goden zelf mee te nemen. Niet als rovers maar als vereerders. Jonge mannen uit het leger wasten zich en trokken een wit kleed aan. Vervolgens gingen ze vol eerbied de tempel binnen. Eigenlijk durfden ze het beeld niet aanraken omdat enkel een Etruskische priester dat mocht doen. Toen vroeg een van hen "Juno, wil u met ons mee naar Rome?" Waarop alle anderen riepen dat de godin ja knikte. Ze namen haar zonder moeite mee en ze bouwden voor haar een tempel op de Aventijnheuvel. (vrij naar Titius Livius, sinds de stichting van de stad , 1ste eeuw V.c)
Naast haar Etruskische oorsprong had ze ook nog een Griekse tegenhanger, Hera.