Rome werd niet op één dag gebouwd.
In dit deel leer jij wat de Romeinen tot bijzondere bouwers maakte. Je maakt kennis met voorbeelden van Romeinse bouwkunst en leert waar de Romeinen inspiratie haalden voor hun bouwstijl.
Vervolgens zal jij ontdekken dat de liefde voor de Griekse cultuur gevolgen had voor de Romeinse beeldhouwkunst.
|
Romeinse bouwkunst
De Romeinen waren bouwers. Ze richtten eeuwenlang enorme bouwwerken op. Ook vandaag kan je overblijfselen vinden die de technische kennis en de duurzaamheid van de Romeinse architectuur bewijst. Oorspronkelijk woonden de Romeinen in eenvoudige lemen hutjes, maar ze leerden snel bij uit eigen ervaring. Door de veroveringen kwamen zij in contact met andere volkeren en leerden van hen nieuwe technieken. Via de Etrusken leerden zij de rondboog kennen. Op deze manier kon men ruimte overspannen en bovenop de boog kan men gerust nog verder bouwen. Deze techniek was uiterst geschikt voor de Romeinen en hun imposante bouwwerken zoals triomfbogen, bruggen en aquaducten. De Romeinen zetten de techniek helemaal naar hun hand en kwamen op het idee om verschillende rondbogen te combineren. Op die manier ontstond het tongewelf. Een bekend voorbeeld waar het tongewelf werd toegepast is de Cloaca Maxima. De volgende stap in de ontwikkelingen van de Romeinse bouwkunst was de koepelbouw.
De materialen die Romeinen eerst gebruikten, waren enorm duur of niet sterk genoeg. Vandaar dat zij baksteen en beton uitvonden. Deze materialen waren sterker en gepast voor de monumentale bouwwerken. Uiteraard oogde een gebouw uit bakstenen en beton niet zo mooi. De afwerking van de gevels gebeurde dan ook met kostbare natuursteen afkomstig uit het hele Romeinse rijk.
De Romeinen waren briljante organisatoren. Dat blijkt uit de grote aantallen werklui die werden ingezet voor de bouw van de reusachtige monumenten. De snelheid waarmee de grote keizerlijke bouwwerken tot stand zijn gekomen is opmerkelijk. In Rome waren er tijdens de grote keizerlijke projecten wel 20 000 bouwvakkers. De meeste ploegen van bouwvakkers bestonden uit een voorman, een paar vrije mannen en enkele slaven.
Naar Memoria 2, 2017
De materialen die Romeinen eerst gebruikten, waren enorm duur of niet sterk genoeg. Vandaar dat zij baksteen en beton uitvonden. Deze materialen waren sterker en gepast voor de monumentale bouwwerken. Uiteraard oogde een gebouw uit bakstenen en beton niet zo mooi. De afwerking van de gevels gebeurde dan ook met kostbare natuursteen afkomstig uit het hele Romeinse rijk.
De Romeinen waren briljante organisatoren. Dat blijkt uit de grote aantallen werklui die werden ingezet voor de bouw van de reusachtige monumenten. De snelheid waarmee de grote keizerlijke bouwwerken tot stand zijn gekomen is opmerkelijk. In Rome waren er tijdens de grote keizerlijke projecten wel 20 000 bouwvakkers. De meeste ploegen van bouwvakkers bestonden uit een voorman, een paar vrije mannen en enkele slaven.
Naar Memoria 2, 2017
Inspiratiebron voor de bouwkunst
De Romeinen leerden vanaf de derde eeuw v.Chr. de Griekse tempels kennen in hun rijk door de veroveringen van Sicilië, Zuid-Italië en Griekenland. Je kan daarom heel wat elementen van de Griekse bouwkunst herkennen in de Romeinse tempels.
Het Pantheon is een tempel uit de tweede eeuw. De naam van het gebouw wijst erop dat het een tempel was voor alle goden. In het Pantheon herken je enkele Romeinse bouwtechnieken zoals de rondboog en de koepel gebouwd uit bakstenen en beton. Het complex werd afgewerkt met natuursteen. Het is dus niet zo dat de Romeinse architecten de voorbeelden van de Grieken kopieerden. De zuilen langs de binnen- en buitenkant van het gebouw verraden de invloed van de Griekse cultuur en de rondboog leerden ze kennen via de Etrusken.
Romeinse beeldhouwkunst
De liefde voor de Griekse cultuur in Rome merk je ook op het vlak van beeldhouwkunst. Vanuit Griekenland namen keizers godenbeelden mee naar Rome als oorlogsbuit. Om op een andere manier in het bezit te komen van Griekse beelden bestelden rijke Romeinen bij ateliers in Athene of elders in Griekenland kopieën. De Romeinen lieten zich graag inspireren door de Griekse voorbeelden om ook eigen werk te maken. De belangrijkste originele bijdrage zijn de Romeinse gebeeldhouwde portretten. De gezichten waren realistischer en vertoonden individuele trekken.
Romeinse beeldhouwers waren vertellers.
Sommige beeldhouwwerken vertelden hele verhalen. Op de Zuil van Trajanus wordt het verhaal verteld van de oorlog tussen keizer Trajanus en de Daciërs.